Maine Coon Rasstandaard (FIFe)

Net als iedere raskat, kent de Maine Coon ook een rasstandaard. Dit is een geschreven voorschrift voor de perfecte Maine Coon. Deze moet nog geboren worden, maar een Maine Coon die het meest naar deze rasstandaard neigt zal hoge ogen gooien op shows, en zou mooie nakomelingen kunnen krijgen.

De rasstandaard van de Maine Coon beschrijft zijn uiterlijk. Wel moet rekening gehouden worden met het feit dat er tussen overkoepelende organisaties enkele verschillen zijn binnen de standaard en de wijze van showen. Bovenal speelt natuurlijk ook de smaak van de keurmeester en de aanwezigheid van de concurrentie mee.

 

FIFe Rasstandaard van de Maine Coon (vrij vertaald door onszelf):

 

Algemeen:

De Maine Coon is een grote kat met vierkante kopvorm, grote oren, brede borst, stevige botstructuur op een lang, grof gespierd, rechthoekig lichaam met een lange staart. Goede spierkracht en stevigheid geeft een indruk van kracht en robuustheid.
Fout: Onevenwichtige verhouding, algemeen te kleine kat.

Hoofd:

Gemiddeld van grootte, vierkante kopvorm. Het profiel heeft een lichte welving.
Fout: Ronde kop, rechte of bolle neuslijn.

   * Voorhoofd: Lichte welving.

   * Jukbeenderen: Jukbeenderen zijn hooggeplaatst en uitstekend.

   * Gezicht, neus, snuit: Gezicht en neus hebben een gemiddelde lengte met een vierkante snuitvorm.

      Een stop is te voelen tussen de snuit en de jukbeenderen.
Fout: Stop in de neuslijn. Uitstekende snorhaarkussens. Ronde of spitse snuit.

   * Kin: Stevig, verticaal gelijk aan de neus en bovenlip.
Fout: Zwakke kin

::: Oren:

Groot en wijd aan de basis, met een redelijke punt. Pluimpjes (lynxtips) zijn gewenst. De plaatsing is hoog op het hoofd, met de neiging iets naar buiten te wijzen. De afstand tussen de oren is één oorbreedte, bij oudere katten (mn katers) kan dit meer worden. De buitenste oorrand staat iets verder naar achteren tov de binnenste oorrand.
Fout: Te wijd geplaatst, te ver naar buiten neigend.

::: Ogen:

Groot en wijd, iets schuin geplaatst. Licht ovaal maar niet amandelvorming. Lijken rond indien geheel geopend. Elke oogkleur is toegestaan, geen verband tussen vachtkleur en oogkleur. Heldere oogkleur is gewenst.
Fout: Te schuin, amandelvormig.

   * Nek: Vooral katers hebben een forse gespierde nek.

Lichaam:

Het lichaam dient lang met een stevige botstructuur te zijn. Stevig gespierd, krachtig en brede borst. Groot van vorm, alle verhoudingen moeten goed zijn waardoor een rechthoekige indruk verkregen wordt.
Fout: Fijne lichte botstructuur, gedrongen lichaam.

   * Poten:

Stevig, gemiddeld van lengte en evenlang, waardoor de rechthoekige lichaamsvorm ontstaat. De voeten zijn groot, rond en hebben haarbosjes tussen de tenen.
Fout: Lange dunne poten.

   * Staart:

Minstens zo lang als teruggeslagen tot de schouders. Breed aan de basis, uitlopend in een punt, met een volle lange soepele beharing.
Fout: Te korte staart.

   * Vacht:

De vacht is geschikt voor elk jaargetijde. Dichte vacht, kort op de kop, schouders en poten, steeds langer wordend richting de rug en de flanken. De beharing op broek, buik en achterpoten is lang en vol. Een kraag wordt verwacht. De vacht zelf is zijde-achtig, stevig en valt soepel. De ondervacht is zacht en fijn, bedekt met een stuggere dekvacht. Alle vachtkleuren zijn toegestaan, behalve rasspecifieke kleuren als colorpoint, chocolate, lilac, cinnamon en fawn. Elke hoeveelheid wit is toegestaan.
Fout: Ontbreken van langer buikhaar, vacht die overal even lang is, ontbreken van ondervacht.

Conditie: Maine Coons moeten altijd goed in balans, conditie en proportie zijn.

Opmerkingen:

Het type heeft de voorkeur boven de vachtkleur. De langzame ontwikkeling moet in acht genomen worden. Volwassen katers hebben en grotere en bredere kop dan poezen. Poezen zijn proportioneel kleiner dan katers, hiermee dient rekening gehouden te worden. De lengte en dichtheid van de vacht zijn seizoensafhankeljk.

 

OORSPRONG -  KARAKTER -  RASSTANDAARD - GEZONDHEID